Jezus zegt: Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan. En Hij omarmde ze en hun de handen opleggende, zegende Hij ze.

 

 

 

VEERTIGDAAGSE VASTENTIJD

Aswoensdag

Vanaf vandaag worden wij opgeroepen tot de jaarlijkse Vastentijd in voorbereiding op het feest van de Verrijzenis op Pasen.

Het Vasten is een periode van zuivering. Verrijzenis is als een wedergeboorte nadat men iets ouds heeft afgelegd. Jezus had deze wedergeboorte niet nodig, Zijn Wederopstanding was een teken naar de zielen toe: een teken van hoop als bewijs voor de absolute macht van het Licht over de duisternis. De geschapen ziel moet eigenlijk voortdurend nieuw geboren worden omdat het leven op aarde ononderbroken ten prooi is aan invloeden die de volmaaktheid bedreigen. Precies daartoe is elke nieuwe dag als een nieuwe kans om dichter bij God te komen.

 Het leven op aarde geeft de ziel voortdurend prijs aan verontreinigingen vanwege de invloeden der wereld. Elke bekoring is als een schaduw, een kleine verduistering van de zon van Gods Licht en Liefde. Wordt aan een bekoring toegegeven, dan ondervindt de ziel een zekere beschadiging: Haar bodem wordt als het ware op een bepaalde plaats verziekt. Bepaalde vruchten op haar bodem rijpen niet volkomen uit, doch vergaan. Uit deze processen ontstaat verontreiniging. Naarmate zij vaker in zonde en ondeugden vervalt, krijgt de ziel méér te kampen met innerlijke gisting. Zij wordt ziek, en haar vruchten krijgen niet meer de zuivere voeding die zij behoeven om Gods Heilsplan “te helpen voeden”.

 Dergelijke processen moeten onder controle worden gebracht door elke inspanning van de ziel om zich te heiligen. Dit is een essentieel onderdeel van de levensopgave van elke ziel op aarde. De ziel is een Werk van God, en wordt op zeker ogenblik tot God teruggeroepen. Het is derhalve een noodzaak van Liefde, dit bouwwerk uit de hand van de Schepper in een waardige staat te houden, want de toestand ervan op het ogenblik van onze overgang naar het Ware Leven bepaalt de waarde van de bijdrage die ons leven heeft geleverd tot de voltooiing van Gods Heilsplan.

 Daarom is het onterecht, de Vastentijd te ervaren als een periode van dorheid, kwelling en ontbering. Hij is integendeel een gelegenheid om door bezinning het zaad voor een complete innerlijke vernieuwing in zich op te nemen en tot bloei te brengen. De Vastentijd behoort een tijd van spirituele bloei te zijn, waarbij het onkruid van onheilzame gewoonten en fouten kan worden gewied, de stenen van remmende herinneringen uit onze bodem verwijderd kunnen worden, en de bodem van onze ziel beploegd kan worden voor een volledig nieuwe vruchtbaarheid: Lente in de ziel.

 Eigenlijk is er geen wezenlijk verschil tussen Vastentijd en een leven in nauwgezet toegepaste volkomen toewijding aan Maria. Een op de juiste wijze beleefde totale toewijding is een permanente uitzuivering en wedergeboorte, een afleggen van alles wat onvruchtbaar is, een voortdurende verdieping van de zelfkennis, van het inzicht in alles wat de ziel van God verwijderd houdt doordat het haar belet om de Liefde in zich tot bloei te brengen. Laten wij nooit vergeten dat elke liefdeloosheid is als een kernraket uit de hel: waar zij terechtkomt, worden harten en zielen verwoest.

 De Vastentijd richt tot de ziel een drievoudige roepstem:

de roep van de Eeuwige Vader, die de ziel wil herinneren aan haar hoogste afkomst en haar hoogste Bestemming;

de roep van de Christus, die de ziel eraan wil herinneren dat haar grote vruchtbaarheid verborgen ligt in de mate waarin zij haar leven tot een liefdevolle spiegel van het Leven en de Kruisweg van de Messias op aarde weet te maken, en in de mate waarin zij deze roeping bekleedt met de mantel die haar vanop het Kruis is aangereikt in de woorden “Zoon, ziedaar Uw Moeder”: de totale toewijding aan Maria als een voortdurend “leven en sterven voor de medeschepselen en voor God en al Zijn Werken”, daar totale, diep beleefde toewijding aan Maria een leven in de grootste zelfverloochening veronderstelt;

de roep van de Heilige Geest, die de ziel wil herinneren aan de enorme rijkdommen die zij in zich heeft ontvangen en die zij tot een steeds hogere vruchtbaarheid kan brengen in de mate waarin zij haar leven oriënteert op elke inspiratie van de Goddelijke Voorzienigheid.

Deze drie roepstemmen versmelten in het zachte gefluister van de Meesteres van alle zielen, de Gezante van de Allerheiligste Drievuldigheid, die de opdracht heeft ontvangen, in elke ziel het vermogen te helpen ontplooien om haar Verlossing en heiliging te voltooien, en alle daaruit ontstane vruchten, bekleed met de oneindige macht van Haar volmaakte Liefde, te verbinden met de eeuwigdurende verdiensten van het Lijden en de Kruisdood van de Christus, tot voltooiing van Gods Heilsplan, want

 

de voltooiing van Gods Heilsplan

=

de totale overwinning op alle werken van duisternis

=

de grondvesting van Gods Rijk op aarde

=

de verwezenlijking van het messiaanse tijdperk van Vrede en Liefde

 Dit alles is de inzet van Uw leven, en van het mijne. Deze inzet is door niemand minder dan Gods Zoon voorbereid, en wordt door tussenkomst van Maria, de Koningsdochter, doorheen alle eeuwen in elke ziel tot bloei gebracht, mits de ziel hieraan meewerkt door totale toewijding aan Haar, die ons nu bekend is gemaakt als onze Meesteres, onze Gids naar de hoogste vruchtbaarheid voor Gods Werken, die daartoe volmaakt moet worden gevolgd. Deze Vastentijd wil ons ook daaraan herinneren: Ons ja-woord aan Maria, en via Haar aan God en Zijn Werken en Plannen, is de sleutel tot de hoogste vruchtbaarheid, en tot een wederopstanding, een verrijzenis voor een leven waarin de ziel waarlijk wil leven voor het Licht.

 De totale toewijding aan de Meesteres van alle zielen is een permanente offerande van onze vrije wil om voortaan te leven volgens Gods Wil. Het is een afleggen van de oude mens, een afsterven aan zichzelf om over te vloeien in Maria, en via Haar in God. Inderdaad, de totale toewijding aan Maria, en de Vastentijd, hebben eenzelfde oorsprong, vragen om eenzelfde invulling, en streven naar de verwezenlijking van eenzelfde doel. Alle Werken van God zijn één in oorsprong en bestemming.